Afvalverwerker wordt leverancier van grondstoffen
dinsdag 19 april 2022
Een derde van alle plastic afval wordt in Nederland aangeboden voor recycling. Slechts 10% van het jaarlijks geproduceerde kunststof komt uiteindelijk weer terug in de keten. Een klein percentage als men kijkt naar de doelstellingen van 2050 waarbij gestreefd wordt naar een 100% circulaire economie. Zijn deze doelstellingen voor de rubber en kunststof industrie dan wel realistisch?
BEwerken sprak Theo Stijnen, directeur Plastics Europe en Erik de Ruijter, Director Public Affairs NRK uitgebreid over de transitie van kunststofrecycling.
In de transitieagenda Kunststoffen voor rubber- en kunststoffen zijn de specifieke doelstellingen voor deze industrie uitgewerkt. Momenteel wordt er 2.000 kton kunststof per jaar geproduceerd. Het doel is om in 2030 op 50% inzet van circulaire grondstoffen uit te komen, ofwel: 1.000 kton inzet van kunststof recyclaat. Hiervan zou 750 kton uit mechanische recycling en 250 kton uit chemische recycling voort moeten komen.
Hoe komen we van 10% naar 50% in de komende 8 jaar? De transitieagenda Kunststoffen is hier duidelijk over en kent vier ontwikkelrichtingen:
1. Preventie, meer met minder en het voorkomen van lekkage;
2. Meer vraag én aanbod van gerecyclede kunststoffen en biobased kunststoffen;
3. Betere kwaliteit, meer milieurendement;
4. Strategische (keten)samenwerking.
“Dit is een omslag waar alle schakels binnen de waardeketen naar toe moeten werken, al moeten we niet onderschatten hoe pril we in het transitieproces zitten.” – aldus De Ruijter.
Mechanische versus chemische recycling
Binnen de recyclingbranche wordt gesproken over zowel mechanische als chemische recycling. Beide onderdeel van het recyclingproces, waarbij de één de ander niet zou hoeven te bijten.
Bij mechanische recycling wordt het materiaal hergebruikt en behoudt het de oorspronkelijke kwaliteit. Plastic wordt gesorteerd, schoongemaakt en omgezet in korrels die vervolgens in een nieuw product worden toegepast.
Chemische recycling van grondstoffen omvat processen zoals vergassing, pyrolyse, solvolyse en depolymerisatie, die kunststofafval ontbinden in chemische bouwstenen, nieuwe grondstoffen voor de productie van kunststofrecyclaat.
Stijnen en De Ruijter onderstrepen het belang van chemische recycling. “Al moet chemische recycling niet gezien worden als vervanging van mechanische recycling. Het is bedoeld als een eventuele opvolging in het recyclingproces. Waar mechanische recycling niet mogelijk is, zal chemische recycling de oplossing kunnen bieden”, aldus Stijnen en De Ruijter.
Zo vermeldt het PlasticsEurope Position paper: ‘Chemische recyclingtechnologieën maken het mogelijk om kunststofafval te gebruiken als grondstof voor de productie van een breed scala nieuwe chemicaliën en kunststoffen. De kwaliteit van deze laatste is gelijkwaardig aan die van de producten die worden geproduceerd met primaire grondstoffen, waardoor ze kunnen worden gebruikt in hoogwaardige toepassingen, bijvoorbeeld voor de verpakking van levensmiddelen. Een bijkomend voordeel is het potentieel van chemische recycling om de zogenaamde “legacy” chemische additieven en zeer zorgwekkende stoffen (SVHC) die in het verleden werden toegepast en in de afgedankte kunststof producten aanwezig kunnen zijn, op te vangen en te verwijderen.’
Maar de wereld staat op zijn kop. Aan de zogenaamde grijze producten zitten niet of nauwelijks kwaliteitseisen. Kunststof recyclaat daarentegen moet bewijzen dat het een minimaal kwaliteitsniveau heeft bereikt. Verdere ontwikkeling van kwaliteitsnormen voor gesorteerd/ voorbehandeld kunststofafval is dan ook noodzakelijk.
Minder lekkage, grotere feedstock
De grootste uitdaging is vooralsnog het behalen van de ambitieuze doelstellingen en voldoende aanvoer van kunststofafval (feedstock). Volgens De Ruijter wordt dan ook de gebruiksduur van verschillende materialen flink onderschat. Producten gaan langer mee en worden pas na jaren wel of niet juist weggegooid.
De Levenscyclusanalyse (LCA) is een algemeen aanvaarde methode om de milieueffecten gedurende de levenscyclus van producten te meten. Naarmate meer voorbeelden van het circulaire gebruik van chemisch gerecyclede kunststofproducten beschikbaar komen, moeten er LCA-onderzoeken worden geïnitieerd om de chemische recycling van kunststoffen te vergelijken met kunststof afkomstig uit primaire fossiele grondstoffen of alternatieve grondstoffen. Een rapport van Material Economics1 concludeert dat chemisch gerecyclede kunststoffen een lagere CO2 - footprint hebben dan kunststoffen gemaakt van fossiele grondstoffen.
Een bijkomende uitdaging is het onvoldoende inzamelen en sorteren van hoeveelheden kunststofafval, dit zou de noodzakelijke investeringen in chemische recycling kunnen beperken.
Op de korte termijn ligt de prioriteit bij het bevorderen van de vraagkant: ‘marktpartijen worden opgeroepen om daar waar mogelijk kunststof recyclaat in te zetten. Wanneer dit verhinderd wordt wegens regelgeving, technische eisen of kostprijs dan verwachten Partners for Innovation en het trekkersteam onder regie van het transitieteam kunststoffen van ketenpartners een toelichting volgens het uitgangspunt: ‘apply or explain!’ - aldus PlasticsEurope.
1 Bron: Plastics Europe Position Paper Februari 2021
- Recycling
Focus 4
Het certificeren van recycled content volgens KOMO BRL7010
24 september 2024 Termen als ‘climate change’, ‘de green deal’ en ‘circulariteit’ worden bijna dagelijks wel ergens in een krant, vakblad of het journaal genoemd. Zowel op nationaal, Europees als globaal niveau is hier heel veel aandacht voor en dat wordt (gelukkig) steeds meer. lees meer
Actueel
Materiaalstromen in de bouw en infra
18 april 2023 In vervolg op het in januari 2020 verschenen rapport “Materiaalstromen, milieu-impact en energieverbruik in de woning- en utiliteitsbouw” is in 2022 aanvullend de GWW in kaart gebracht. De studie is uitgevoerd door EIB, Metabolic en SGS Search. Resultaat is een kwantitatieve schets van de materiaals... lees meer