Klimaatverandering is dé uitdaging voor onze generatie. Het kabinet stelt dat Nederland zich maximaal wil inspannen om ons land en onze planeet leefbaar en bewoonbaar te houden. Nederland is een welvarend land dat in de transitie naar een groene economie tot de kopgroep in Europa wil behoren. Zo wil het huidige kabinet iedereen in staat stellen deze duurzame omslag te maken. Zo staat in het coalitieakkoord: “het is de vervuiler die uiteindelijk betaalt.”

Doelstellingen kabinet

Om uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te zijn, scherpt het kabinet het doel voor 2030 in de Klimaatwet aan tot tenminste 55% CO2 reductie, maar daarbij richt het kabinet zich op een hogere opgave van circa 60% reductie. In 2035 en 2040 zou dit respectievelijk 70% en 80% reductie moeten zijn. Een randvoorwaarde voor een ambitieus klimaatbeleid is het hebben van voldoende vakmensen, nu maar ook op weg naar 2050. Investeren in onderwijsinstellingen, overheden, en sociale partners staat op de agenda, zodat men de juiste vakmensen kan opleiden of omscholen.

Investeringen energie, industrie en gebouwde omgeving

Volgens het coalitieakkoord draait de industrie van de toekomst op schone energie en op biogrondstoffen en maakt circulaire producten. Nederland heeft de ambitie om in de kopgroep te zitten van deze transitie naar een groene industrie. Daarvoor stelt de regering dat een groene industriepolitiek nodig is. “Dat is een aanpak van wederkerigheid tussen overheden, bedrijfsleven en samenleving. Niet op basis van vrijblijvendheid, maar op basis van stevige, bindende maatwerkafspraken” aldus het kabinet. Rutte IV wil ervoor zorgen dat de Nederlandse industrie in Europa en wereldwijd de duurzame norm stelt.

Op het gebied van klimaatbeleid spreekt men in het coalitieakkoord over een bedrag van 3,3 miljard euro voor een nationaal isolatieprogramma voor de woningmarkt, het reduceren van uitstoot broeikasgassen in de industrie, 1,3 miljard euro voor het investeren in infrastructuur voor energie, zo’n 73 miljoen euro aan extra geld voor de uitvoering van de afspraken uit het klimaatakkoord en 150 miljoen euro voor onderzoeken naar windenergie gebieden op de Noordzee.

Andere onderwerpen met betrekking tot het klimaatbeleid worden verder uitgesplitst zoals: investeren in onderzoek en innovatie van klimaat neutrale technologieën, ophoging van de marginale heffing bovenop de ETS-prijs, stimuleren van verduurzaming bij MKB en het steviger aanpakken van milieurisico’s.

Circulaire economie stimulans

In het coalitieakkoord wordt gesproken over een stimulans voor het toewerken naar een circulaire economie; namelijk de investering van 70 miljoen euro wat tot en met 2030 is gereserveerd voor het ontwikkelen van het stimuleringsprogramma en opschaling van recycling. Dit betreft een integraal stimuleringspakket waar subsidie-instrumenten voor worden ingezet gericht op verschillende ‘technological readiness levels’ (TRLs) zodat recyclinginitiatieven ondersteund kunnen worden van ontwikkeling tot uitrolfase. Na 2030 kan men rekenen op een structurele 7 miljoen euro op jaarbasis, zoals vermeld in het coalitieakkoord. Rutte IV spreekt ook over een in de toekomst verplicht percentage recyclaat in bouwmaterialen. Dit betreft normering met streefcijfers en maatregelen om gebruik van recyclaat in bouwmaterialen te bevorderen. De verplichting beoogt een impuls te geven aan de markt in secundaire grondstoffen met een verplicht gehalte aan gerecycled materiaal en afvalbeperkende maatregelen voor bijvoorbeeld staal en cement. Hiervoor is cumulatief 30 miljoen euro gereserveerd tot en met 2030, en daarna 3 miljoen euro structureel op jaarbasis.

Ook maakt de regering 2 miljoen euro structureel vrij voor circulaire ketenprojecten. Deze middelen zijn bedoeld voor opschaling van de subsidieregeling circulaire ketenprojecten.

Het totaal van deze bedragen staat echter in schril contrast met het gereserveerde bedrag voor klimaatbeleid. De gevestigde bedrijven binnen de afval- en recyclingbranche zullen dan ook de eigen schouders moeten gebruiken om de transitie naar een circulaire economie te kunnen dragen.

• Beleid