Circulariteitsambities recycling worden gefrustreerd door regels
donderdag 19 december 2024
Onder invloed van circulaire maatschappelijke doelen zijn er veel ambities om de recyclingindustrie naar een hoger plan te tillen. Zowel de overheid als het bedrijfsleven streven naar het sluiten van ketens, innovatie in recyclingtechnieken en hoogwaardige recycling. Dit leidt tot onder meer specialisatie in de verwerking van specifieke afvalstromen, zoals kunststoffen, teerhoudende stromen, asbesthoudende stromen en matrassen. Sommige dingen lukken, maar vele niet.
Dit leidt tot onder meer specialisatie in de verwerking van specifieke afvalstromen, zoals kunststoffen, teerhoudende stromen, asbesthoudende stromen en matrassen. Sommige dingen lukken, maar vele niet. Wat is er aan de hand? In de media is al veel te lezen over marktomstandigheden en over de toch al grote uitdagingen die er zijn om tot voldoende aanvoer (grondstoffen) te komen en voldoende afzet te krijgen en die te behouden. Maar in toenemende mate is ook regelgeving een uitdaging op zichzelf.
Er zijn vele regels en doelen te benoemen, waar de recyclingsector veel last van heeft. Zo veel last dat vele ondernemers dreigen de handdoek in de ring te gooien. Moedeloos wordt men er van!
Regelreflex
Bij incidenten ontstaat er vanuit politiek en beleid een regelreflex. Zonder eerst serieus te kijken naar waar de oorzaak zit en waar goede handhaving soelaas had geboden, wordt gesteld dat de regels worden aangetrokken. Dit om de burger gerust te stellen. Maar de burger wordt er niet geruster op als de overheid stelt dat eigen regels niet te vertrouwen zijn. Een voorbeeld is plastic in recyclinggranulaat. Kamervragen, die zijn gesteld op basis van een tv-uitzending, hebben geleid tot de opdracht aan het ministerie om aanvullende, strengere regels te stellen. In de gesprekken die volgden, stelde de sector zelf voor om tot wettelijke verankering van strengere regels over te gaan. Daaropvolgend werd vanuit de overheid teruggekoppeld dat hiervoor geen wetenschappelijke basis bestaat. Waarom dan die reactie van de Staatssecretaris? De georganiseerde sector pakt nu toch zelf door via private regels, maar dat is suboptimaal, omdat er ook een deel van de sector is die deze regels makkelijk kan ontlopen.
Zeer Zorgwekkende Stoffen
Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) zijn ooit gepromoot als een onderwerp dat de circulariteit gaat helpen. Er zijn veel regels: Landelijk Afvalbeheersplan, ZZS-Omgevingswet (BAL, Regeling bodemkwaliteit), Besluit melden afvalstoffen en meerdere Europese regelingen. En op basis van de decentrale bevoegdheden kan iedere omgevingsdienst nog extra eigen regels en eisen stellen. Deze regels leggen vooral verplichtingen op bij het bedrijfsleven, dat de druk van ZZS moet verminderen. Het doel is goed. En ook de Nederlandse aanpak, om Europa te bewegen beleid te maken, waardoor het gebruik van deze stoffen in primaire producten wordt aangepakt. Het probleem is dat er gebrek is aan uitvoerbare invulling van de regelgeving: de hoe-vraag. Dat moet de sector zelf uitzoeken. En de vraag: wanneer is het goed? Wanneer heeft het bedrijf voldoende gedaan om ZZS te minimaliseren? Er is geen uitvoeringskader. Zowel omgevingsdiensten als bedrijven weten niet waar ze aan toe zijn. Voor PFAS in grond heeft de ontwikkeling van deze regels al jaren geduurd, maar er zijn nog ontelbaar meer ZZS.
Risico
Gevolg is dat ieder voor zich zijn rol pakt en er in de markt onnodig veel onrust, ongemak en kosten ontstaan. Het ingezette decentrale beleid leidt tot regionale verschillen, die ingrijpen op de uitgangspunten van gelijke markt. Het helpt niet dat er zeer veel specialistische kennis nodig is voor het tackelen van dit onderwerp, iets dat juist roept om centrale aanpak. Het bedrijf moet de Omgevingsdienst én de afnemer overtuigen van zijn eigen goede aanpak met ZZS. Maar wie gelooft dit? Het is het verhaal van de slager die zijn eigen vlees keurt. De regelgeving creëert daarmee een enorm risico voor de afzetbaarheid van secundaire grondstoffen. Gevolgen kunnen hopelijk nog enigszins worden beperkt als samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven snel wordt opgepakt, met het oog op goed uitvoerbare regels, maar het blijkt moeilijk om tot die stap te komen.
Besluit melden afvalstoffen
Als ‘ontdoeners’ afval aanbieden aan een verwerker, moet hierbij in de meeste gevallen informatie worden geleverd via de begeleidingsbrief. Dit is geregeld in het Besluit melden afvalstoffen. Per 1 januari 2025 wordt dit besluit uitgebreid met de regel dat de ontdoener die ZZS in haar vergunning heeft staan, de naam van deze stof meldt aan het afvalbedrijf. Dat is op zich mooi, maar de informatie die vervolgens kan leiden tot invulling van de minimalisatieverplichtingen ontbreekt. Er is immers verzuimd om de informatieplicht bij de ontdoener te leggen. De uitwerking is dat afvalbedrijven moeten gaan vragen om de informatie: dit gaat leiden tot een onderhandeling, die deels commercieel van aard is. Dit werkt mijns inziens niet. Het is bovendien een lastenverzwaring voor de afval- en recyclingbedrijven en het is zuur als zo'n regeling niet werkt. Het gaat in tegen het principe: de vervuiler betaalt. Er is wel een gesprek over met het ministerie, maar ondanks inmenging van de Tweede Kamer komt er nog steeds geen beweging in dit dossier.
Onvoldoende voeling
De regels in de Omgevingswet over Financiële zekerheid voor afvalbedrijven zijn misschien wel het beste voorbeeld van de misgeslagen plank. Ook hier is geen uitvoeringkader voor en ook hier moeten omgevingsdiensten het maar gaan uitvechten met bedrijven. De regels ontzien bovendien nog de belangrijkste doelgroepen, waardoor de goedwillende bedrijven opdraaien voor kosten, waar zij part noch deel aan hebben. Een contradictie die niet is uitgekristalliseerd, maar die onnodig miljarden aan dood geld kunnen gaan opleveren, die niet worden geïnvesteerd in circulariteit, ondernemerschap en innovatie. Ook bij de Regeling bodemkwaliteit ‘22 lijkt bij de totstandkoming onvoldoende voeling te zijn geweest met de uitvoerende partijen. Hier worden de goede intenties van de aanpassingen in deze regelgeving ondersteund, maar is het opnieuw de uitvoerbaarheid van de regels die weinig draagvlak vindt. Een van de gevolgen is een flinke lastenverzwaring, die onnodig is als deze beter aansluit bij de bestaande werkwijzen in de sector. Ook veel omgevingsdiensten ontgaat de noodzaak. Gelukkig is er binnen dit dossier goed en constructief overleg, om tot betere uitvoerbaarheid te komen. Hiermee wordt hopelijk het noodzakelijke lichtpuntje gevonden, waarmee circulair ondernemen weer wordt ondersteund. Voorlopig is het wel een feit dat deze wet al van kracht is!
REACH
Het ECHA (Europees agentschap voor REACH; regelgeving voor chemische stoffen) is hard bezig om de status van recyclinggranulaten te wijzigen, zodat REACH ook voor deze materialen verplicht wordt. Na analyse blijkt dit volledig overbodig, maar ook zeer kostenverhogend en deels zelfs onuitvoerbaar. Indien ECHA haar zin krijgt, is dit de volgende potentiële ramp, waarover de sector volop in overleg is getreden met de verantwoordelijke overheden. En er komt meer... Wat wordt de impact van de ontwikkeling van Europese einde-afval regels, hoe gaan we om met de stofregels in de Omgevingswet, hoe lang gaat de broodnodige aanpassing van productnormen onder de Bouwproductenverordening nog duren (voor de verplichte CE markering)? Er komen nog veel hobbels aan. Als je dit afzet tegen een markt die niet gemakkelijk is, dan is het te prijzen dat afval- en recyclingondernemers het volhouden. Er is veel invloed van geopolitieke omstandigheden, een markt die zich bedient van greenwashing en een bouw- en sloopwereld die bij einde levensduur tot nu toe vooral producten voortbrengt die steeds moeilijker te recyclen zijn. Dit is geen gemakkelijke positie, waar je eerder een positieve drive en samenwerking vanuit de overheid zou verwachten, dan de bovenbeschreven regeldruk.
Centrale aanpak
Door decentralisatie en bij gebrek aan goed sturende, uitvoerbare regels ontstaat de merkwaardige situatie dat individuele bedrijven met hun omgevingsdiensten ieder voor zich de strijd moeten aangaan om een oplossing te vinden. En dit gaat over zeer complexe problemen. Het leidt onvermijdelijk tot procedures en rechtszaken. Terwijl bij een centrale en planmatige aanpak dit alles niet nodig is. Er zijn wel pogingen om dit van onderop te organiseren, maar dit gaat moeizaam. Maar het kan wel. De sector is bereid tot overleg, om de doelen te halen. Ook al gaat het om onderwerpen die in eerste instantie belemmerend zijn. Met het oog op duurzaamheid, gezondheid en milieu is er geen discussie. Het gaat om de invulling hiervan en een gelijk markt- en ondernemersklimaat. De complexiteit en de markt eisen dat dit centraal gebeurt en op uniforme wijze.
Het is jammer dat regelmakers de sector weinig proactief benaderen voor het invullen van de doelen. Dit leidt ertoe dat deze per definitie met afstand tot de uitvoerende bedrijven worden opgesteld en zelden passend zijn op de praktijk Hier kunnen we van leren, want door open samenwerking en aanpak is er veel meer mogelijk en kan de invulling van de circulaire ambities wellicht toch mogelijk gemaakt worden.
Peter Broere
- Peter Broere
- Circulaire Economie
- Focus
Beleid

Op weg naar een landelijk akkoord voor versnelde verduurzaming’
5 november 2024 De Samenwerkingsverklaring bouwmaterialenakkoord is sinds kort een feit. Het document wordt gezien als ‘een essentiële stap op weg naar een landelijk akkoord voor versnelde verduurzaming van alle materialen in de bouw’. Op weg naar een volledig circulaire bouweconomie in Nederland. lees meer
Focus 1

KIWA komt met Top 5 van uitdagingen recyclebranche
13 februari 2025 Nu de klimaatdiscussie in volle hevigheid woedt, wordt duidelijk dat we een nieuw tijdperk ingaan. Overheden, bedrijven en burgers zijn steeds meer betrokken bij hoe wij omgaan met duurzaamheid en het gebruik van schaarse hulpbronnen. Rob Franken van Kiwa komt met een Top 5 van uitdagingen in de rec... lees meer