Als je geschoren wordt……
maandag 7 juni 2021
Moet je stilzitten. En dit voorjaar werden we geschoren. Nagenoeg de gehele afval- en recyclingbranche werd welgezegd over dezelfde kam geschoren. En geen gewone kam, maar een kam die nogal wat tandjes miste. Juist daardoor ontstond een beeld dat noch representatief voor de gehele afval- en recyclingbranche was noch de uiteindelijke kern van de afvalproblematiek in Nederland raakte.
In 1912 werd in Rotterdam aan de Brielselaan de eerste Afvalverbrandingsinstallatie van Nederland geopend. Een verbrandingsoven die voor die tijd (dus bijna 110 jaar geleden) een oplossing bood voor het afvalaanbod van die tijd. In die tijd bestond het begrip “consumptiemaatschappij” nog niet en werd alleen weggegooid wat echt niet meer (her-)gebruikt kon worden. Zelfs tot ver in de 60-er jaren van de vorige eeuw was er van overvloed nog geen sprake en was welvaart nog zeker niet voor iedereen bereikbaar. Kleding werd opgedragen en doorgegeven aan broertjes of zusjes, tot het op de draad versleten was, en melkflessen werden (zonder statiegeld) terug geleverd aan de melkboer voor een volgende vulling.
Totdat er in de 70-er jaren een kentering ontstond. De welvaart steeg en de wegwerpmaatschappij deed zijn intrede. Het werd hip om plastic bekertjes te gebruiken, en koekjes kocht je niet meer in een papieren zakje bij de bakker maar in meervoudige verpakkingen bij een toenmalig nieuw concept, de supermarkt. Mede ondersteund door het rapport “De grenzen aan de groei” introduceerde toenmalig CDA politicus Ad Lansink de later naar hem genoemde Ladder van Lansink, de basis voor het huidige afvalbeleid in Nederland en grote delen van Europa. Verbranden en storten van afval was in die tijd nog een gemeentelijke of provinciale aangelegenheid, terwijl recyclen (papier, metaal, textiel) doorgaans door ondernemers werd uitgevoerd.
Recycling leek de oplossing door de gevolgen van het consumentisme in balans te brengen. Dit, in combinatie met de uitbreiding van verbrandingscapaciteit, leidde echter tot overcapaciteit van afvalverbrandingsinstallaties in Nederland en afval verbranden als ketenoplossing bleek later menigmaal goedkoper dan recyclen. De invoering van een importheffing voor brandbaar afval uit het buitenland hielp hierin ook niet mee. Dat gemeenten dus in hun beleid via communicatie en voorlichting moeten sturen op verhoging van kwaliteit van recyclestromen in plaats van reductie van kwantiteit van reststromen is evident. Het gegeven dat er batterijen bij avi-bodemassen gevonden worden geeft al aan dat het aan de bron al gewoon vreselijk fout gaat. Een batterij hoort ingeleverd te worden bij een innamepunt van Stibat, en niet in het restafval. Het wordt tijd dat gemeenten hun inwoners daar op wijzen en ook op handhaven. Niet alleen omdat het wettelijk niet is toegestaan om Gevaarlijk Afval bij het restafval te deponeren, maar ook omdat de hoeveelheid batterijen de komende jaren met een factor veertien vermenigvuldigt en dit de belangrijkste bron van afvalbranden is. Diezelfde afvalbranden die door de centrale overheid, gemeenten en provincies als onwenselijk worden benoemd en waarvan de oorzaak wordt gezocht bij het recyclingbedrijf in plaats van bij de consument.
Dat er in de keten van ontwerp tot ontdoen nog een hoop werk te doen is staat buiten kijf, dat de afval- en recyclingsector ongefundeerd in verband gebracht werd met de onderwereld raakte echter kant nog wal.
In de commerciële sector staat financieel gewin en groei centraal, of dit nu gaat om de bancaire sector, de chemische industrie, de energiesector of de afval- en recyclingbranche. Het bijzondere is echter dat het maken van winst in nagenoeg alle sectoren als vanzelfsprekend wordt ervaren, alleen wanneer het afval betreft er vraagtekens worden geplaatst bij het verdienmodel van de verschillende ondernemers. Is dat omdat productiebedrijven iets maken wat de maatschappij wil hebben en de recyclingindustrie iets doet waar de maatschappij juist van af wil? Of staat het verdienmodel ter discussie. Een industrie met een duaal verdienmodel die geld krijgt om afval in te nemen en daarvan 80% omzet in vernieuwde grondstoffen en daarna weer verkoopt. Het lijkt er op dat de verbazing over deze “truc” zo groot is dat men denkt “dit kan niet waar zijn, dus er zal wel iets niet in de haak zijn”.
Als dit het geval is dan hebben wij als afval- en recyclingbranche oprecht iets uit te leggen. Niet met mooie marketingbeloften en gelikte groene promotiefilmpjes, maar transparant, eerlijk, objectief en afgezet tegen de hele keten.
Mark Kuijken
Vice-voorzitter BRBS Recycling
- Circulaire Economie

Op 30 maart lanceerde de Europese Commissie nieuwe wetgeving om producten duurzamer, beter recyclebaar en herbruikbaar te maken: het Sustainable Products Initiative (SPI). Omdat vrijwel alle denkbare ...
Recyclen

KoreNet, bouw- en sloopafval met blik op de toekomst
21 september 2023 Als je aan Arie Korevaar, directeur KoreNet, vraagt waar zijn bedrijf, KoreNet, voor staat, zal hij zonder aarzelen antwoorden: "het sorteren en recyclen van grondstoffen”. KoreNet, onlangs lid geworden van BRBS Recycling, verwerkt jaarlijks zo’n 200.000 ton afval, afkomstig van diverse bronnen, waa... lees meer
Recyclen

Veel minder blikjes op straat door statiegeld
12 september 2023 De invoering van statiegeld op blikjes per 1 april 2023 heeft direct grote invloed op de hoeveelheid blikjes in het zwerfafval. Dit blijkt uit het gepubliceerde rapport van Zwerfinator Dirk Groot over zijn onderzoek naar drankverpakkingen in het zwerfafval. In het tweede kwartaal van 2023 vond hij 5... lees meer